Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [31][elk] kamertje een riet de lengte, en een riet de breedte; en [32]tussen de kamertjes vijf ellen; en den [33]dorpel der poort, bij het [34]voorhuis der poort van binnen, een riet. 31. Hebreeuws, het kamertje; dat is, elk der kamertjes, of celletjes, die aan beide zijden in het noorden en zuiden, tussen de eerste en tweede poort tegenover elkander waren, tot enig verblijf van de poort- en dorpelwachters, en degenen die van buiten inkwamen. Hetwelk enigen houden voor ene afbeelding van de aankomst, ingang, inschrijving en opneming der leden van Christus in zijn huis, of, [om zo te spreken] onder zijn dak, hoede en bescherming op aarde, en daarna in de hemelse woonsteden. Zie Ps.22:31, en Ps.87:4,5,6; Jes.54:3, enz., en Jes.60:4, enz.; Matth.25:10; Luk.16:9; Hand.2:41,42, enz. 32. Dat is, de plaats of het ruim, spatie tussen de kamertjes. 33. Dat is, beide dorpels [gelijk sommigen] gelijk vs.6. 34. Of, portaal, en zo in het volgende, gelijk sommigen dit nemen.